DT-12-2-212.pdf 532.30 KB 368 downloads
Reactie op het verslag van het lustrumcongres in Dth 1 ...In de onlangs bij ons bezorgde aflevering van Dth viel ons bij lezing van de enquêteresultaten naar aanleiding van het lustrumcongres op dat twee respondenten door u in het zonnetje worden gezet, twee negatief reagerende respondenten nog wel! Een hele eer, te meer daar deze twee samen nog niet één procent van het totale aantal deelnemers vormden (0,62% om precies te zijn). Wanneer de antwoorden van de 121 respondenten – 37,8% van het deelnemersaantal – in een normaal-verdeling zouden kunnen worden gezet, dan zou u de antwoorden van deze twee negatievelingen met een gerust hart naast u neer kunnen leggen als zijnde niet-significant.
Wat echter te denken van die 199 deelnemers – 62,2% van het totaal aantal deelnemers – die de enquête niet inleverden? Vertoonden zij en masse sociaal onwenselijk gedrag door dit niet te doen of gedroegen zij zich juist erg beleefd en dus sociaal wenselijk door geen formulier in te vullen? Het antwoord op deze vraag blijft raden uiteraard, hoewel het in het algemeen zo is dat kritiek uiten voor velen moeilijker is dan lof uiten, zeker als ook gevraagd wordt dat niet anoniem te doen. Je zou dan wel eens aangesproken kunnen worden op je kritiek … Gezien het ‘hello-goodbye’-effect of de Marathon-high, lijkt een response-rate van iets meer dan een derde nogal laag.
Overigens onze complimenten voor uw veronderstelling dat de meneer uit x ook een museum heeft bezocht, dat is inderdaad zo. Ze gingen samen, die twee uit x. De wens van de meneer uit x om cursussen te organiseren, onder andere over directieve therapie, die u zo wonderlijk voorkomt, is dat niet: een makelaar die een huis verkoopt hoeft het zelf niet nodig te hebben, hij hoeft het niet eens mooi te vinden. De 72 deelnemers, 60,3% van de respondenten, 22% van het totaal aantal deelnemers, die cursussen wensen op het gebied van de directieve therapie zouden wel eens blij verrast kunnen worden wanneer de meneer uit x met u samenwerkte bij het organiseren van een fraaie cursus.
Wij hopen u niet zo onvergeeflijk gekwetst te hebben met onze kritiek dat u bij voorbaat afziet van een mogelijk wederzijds vruchtbare samenwerking. Laten we niet hetzelfde hoeven verzuchten als de Titaantjes, waar één van de respondenten u mee vergeleek: ‘Wat we eigenlijk doen zouden is ons nooit duidelijk geweest. Iets zouden we doen.’
H.J.C. Ras, de mannelijke deelnemer uit X
Y.M. van der Pas, de vrouwelijke deelnemer uit X