Welkom bij het vierde nummer, met maar liefst negen – korte – artikelen. Zo zien we het graag.
Dat patiënten met bipolaire stoornissen een gedegen medicamenteuze behandeling nodig hebben is genoegzaam bekend. Pascal
Sienaert, Tania Jacobs en Sien Schraepen doen daar niets van af, maar betogen op basis van onderzoek en klinische ervaringen dat er ook voor patiënten met deze stoornis meer is dan alleen pillen. Zij laten het nut zien van psycho-educatie, cognitieve therapie, gezinstherapie en Sociaal Ritme Therapie. Wat dat laatste inhoudt blijft een tijdje onduidelijk, maar blijkt uiteindelijk een soort psychische stabiliteitsbevordering te zijn. De term ‘ritme’ is ontleend aan bioritme. Het valt te bezien of de term hier niet wat vergezocht en overbodig is. Dit neemt niet weg dat het artikel een gedegen pleidooi geeft voor het ‘pillen+praten+doen’-model bij ernstige psychische problematiek.
Er is al jaren een grote markt voor zogenaamde ‘herkenningsliteratuur’, boekjes die patiënten laten zien hoe anderen omgaan met problemen die zijzelf hebben en inzicht verschaffen in hun problematiek. Audiovisuele herkenningsmiddelen zijn veel schaarser. Zeker als het gaat om ernstige stoornissen, zoals schizofrenie. Marjolein van Wieringen en Dirk Kloosterman schrijven in een sympathiek artikel hoe zij opgenomen patiënten gezamenlijk en onder begeleiding laten kijken naar een film over een beroemde schizofrene wiskundige. De kijker merkt langzamerhand, net als de hoofdpersoon in de film, dat deze niet voor de geheime dienst werkt. Zijn gedachten daarover zijn op wanen gebaseerd. De hoofdpersoon weet hier vrij goed uit te komen. Voor de patiënten van de auteurs heeft dit een positieve modelfunctie. Die positieve gevolgen beklijven niet volledig, maar zijn toch de moeite waard. Het artikel zal zeker bijdragen aan de discussie rondom het gebruik van dergelijke visuele identificatiebronnen. Dat is ook wel nodig in deze tijd van downloaden van dvd’s.
Parnassia zal wel rijk worden, als ze het niet al is, van allerlei modulaire groepstherapieën die op specifieke stoornissen zijn gericht. We hebben over die behandelingen eerder bericht. Nu heeft men zich ook gericht op het groepsgewijs verhogen van het zelfvertrouwen van cliënten; de meeste cliënten kunnen dat immers goed gebruiken. Rob Olij, Kees Korrelboom en hun medewerkers beschrijven hoe dat in zijn werk gaat en wat de resultaten tot nog toe zijn.
U wist het al, Kees Hoogduin is ‘back in town’. In dit nummer komt hij tweemaal voor. De eerste keer met Agnes van Minnen en Marc Verbraak in een artikel over spraakstoornissen, afatische aandoeningen die zowel neurologisch als conversief kunnen zijn. De auteurs bespreken de diagnostiek en beschrijven twee gevallen. ‘Shaping’ in de vorm van geluiden maken is hierbij een hoofdbestanddeel. Dezelfde auteurs, in een iets andere volgorde, gaan in op de vraag of katatonie alleen voorkomt bij schizofrene patiënten. Zij betogen van niet: een katatone toestand kan ook op een conversie berusten. Om hun opvatting kracht bij te zetten beschrijven zij een casus van een vrouw die na één sessie weer ging bewegen.
Marlies Marissen en Ingmar
Franken beschreven in het vorige nummer een onderzoek waar cue-exposure bij verslaving onverwacht slecht uit de bus kwam. Anita Jansen en Remco Havermans werden hiervan niet echt vrolijk. Zij schreven een pittig commentaar, omdat de conclusies huns inziens onterecht waren. Uiteraard kregen Marissen en Franken het laatste woord, wat zij benutten om hun aanvankelijke stellingname kracht bij te zetten. Oordeelt u zelf wie de beste argumenten heeft, wij sluiten de discussie.
We hebben twee artikelen in de rubriek ‘Misverstanden’. Voor de eerste is uw hoofdredacteur verantwoordelijk. Het gaat over het misverstand dat placebo’s hun werking zouden ontlenen aan de pillen zelf. Het is echter veeleer de geruststellende houding van de voorschrijvende arts die het hem doet. Het tweede misverstand is opgetekend door Elke Geraerts. Zij gaat in tegen de nog steeds heersende opvatting dat trauma’s door verdringing uit het geheugen kunnen verdwijnen. Volgens haar zijn het veel simpelere geheugenprocessen die een rol spelen.
We sluiten het nummer af met een recensie.