Alfred Lange, Marijke Hoogendoorn, Arno Wiederspahn, Edwin de Beurs (1995).
BDHI
–Dutch Buss–Durkee Hostility Inventory. Handleiding, verantwoording en normering van de Nederlandse Buss–Durkee Agressievragenlijst. Lisse: Swets Test Services.
Er zijn aanwijzingen dat met behulp van een aantal geselecteerde variabelen patiënten die agressie vertonen, kunnen worden onderscheiden van patiënten die dat gedrag niet vertonen. Dit zou kunnen betekenen dat op relatief eenvoudige wijze, namelijk door bepaling van die variabelen, diverse patiënten zouden kunnen worden geïdentificeerd die mogelijk in de toekomst agressief zullen worden. Wanneer dergelijke patiënten opgenomen worden, kunnen eventueel voorzorgsmaatregelen worden genomen, wanneer de uitslag van die screening een hoge agressiekans suggereert. Dit betekent in de praktijk dat voor een aantal patiënten een speciaal programma – bijvoorbeeld een specifiek agressievoorkomende behandelingsstrategie – wordt opgesteld waardoor in sommige gevallen werkelijk agressie kan worden voorkomen. Van de vele variabelen die van belang lijken te zijn, hebben vooral agressief gedrag in het verleden en ‘actuele hostiliteit’ een relatie met agressief gedrag gedurende een opname (De Bont en Hoogduin, in voorbereiding). In bovengesteld onderzoek werd de hostiliteit gemeten met behulp van de Brief Psychiatric Rating Scale (Nederlandse vertaling en bewerking, F. Dingemans, 1986).
Lange en medewerkers hebben de mogelijkheden hostiliteit te meten verruimd door de reeds jaren bestaande Buss–Durkee Hostility Inventory voor het Nederlands taalgebied te bewerken. Zij hebben zich er niet met een Jantje van Leiden vanaf gemaakt. Niet minder dan 34 psychiatrische instituten en Huizen van bewaring hebben meegewerkt aan de normering van het instrument. De oorspronkelijke schaal werd in 1957 ontwikkeld en in 1992 door Buss gereviseerd. Het onderzoek dat Lange heeft uitgevoerd in de periode van 1991 tot 1994 heeft ertoe geleid dat van de oorspronkelijke vier subschalen van Buss en Perry (1992) uiteindelijk twee subschalen overbleven: indirecte en directe agressie. Boosheid en vijandigheid worden onder de indirecte agressie samengevat, en fysieke en verbale agressie onder de directe agressie. Lange en zijn medewerkers konden in vervolgonderzoek een goede soortgenoot– en constructvaliditeit voor beide subschalen vaststellen. Bovendien hebben zij een normeringsonderzoek verricht.
De vragenlijst bestaat uit veertig items, die in beide richtingen geformuleerd worden, positief en negatief. Bijvoorbeeld: Ik sla haast nooit terug, zelfs als een ander de eerste klap geeft; of: Ik houd ervan om soms te roddelen. De vragen zijn eenvoudig geformuleerd, moeilijke woorden zijn vermeden, en de vragen zijn soms zeer indirect geformuleerd waardoor er toch een grote betrouwbaarheid met betrekking tot het antwoord verkregen lijkt te worden. Hiervan is bijvoorbeeld sprake in item 37; het luidt: Ik heb mensen gekend, die mij zo ver wisten te krijgen dat we op de vuist gingen. De antwoorden zijn gedychotomiseerd en de ondervraagde moet Waar of Onwaar invullen. De vragenlijst is helder en overzichtelijk.
Om voor mij onduidelijke redenen is de afkorting BDHI–D ook voluit geschreven op de ‘zelf–questionnaire’ waarbij kennis van het Engels voor de ondervraagde duidelijk maakt waar het allemaal om gaat. Hostility is een woord dat niet iedereen kent, maar wanneer mensen het kennen zou het mogelijk de richting van de antwoorden mede kunnen bepalen. Verstandiger lijkt het om geen uitleg te geven van de afkorting BDHI–D of een meer algemene term te kiezen.
De betrouwbaarheid is goed. Er is een goede interne consistentie en een goede test–hertest–betrouwbaarheid (r = 0,80; r = 0,90). Wat betreft de validiteit werden een goede soortgenootvaliditeit en constructvaliditeit vastgesteld. Voor de scoring van de BDHI–D worden scoringssmallen geleverd. Met deze mallen wordt voor elke subschaal aangegeven op welke wijze de items bijdragen. Na optelling van deze ruwe scores kunnen met behulp van normtabellen de scores op de subschalen worden geïnterpreteerd. In deze tabellen worden de normscores gegeven voor verschillende leeftijdsgroepen bij de gewone populatie, psychiatrische patiënten en een gedetineerde populatie.
Samengevat gaat het om een eenvoudige vragenlijst, die een belangrijke variabele adequaat lijkt te meten. In de begeleidende handleiding is de informatie van het validiteitsonderzoek en de normering overzichtelijk weergegeven. In de bijgevoegde tabellen is het eenvoudig de gevonden testgegevens te interpreteren. Het meetintrument lijkt een tekort in het huidig beschikbare instrumentarium aan te vullen.
Referenties
Bont, P. de, & Hoogduin, C.A.L. Het onderscheid tussen agressieve en niet–agressieve psychiatrische patiënten: een pilot studie (in voorbereiding).
Buss, A.H., & Perry, M. (1992). The agression questionnaire. Journal of Personality and Social Psychology, 63, 452–459.
Lange, A., Hoogendoorn, M., Wiederspahn, A., & Beurs, E. de (1995).
BDHI–Dutch, Buss–Durkee Hostility Inventory. Handleiding, verantwoording en normering van de Nederlandse Buss–Durkee Agressievragenlijst. Lisse: Swets Test Services.