Inleiding
Het waren de bladen Humo en De Morgen die X1 introduceerden aan het Belgische publiek. En dat publiek kon alleen maar huiveren, want het ging per slot van rekening om georganiseerd kindermisbruik, rituele babymoorden, om snuff movies en Dutroux. Over Dutroux wist X1 te vertellen dat hij samen met zijn compaan Nihoul al in het midden van de jaren tachtig als kindermoordenaar actief was. En dat in opdracht van baronnen, burgemeesters en hooggeplaatste politici. Want in het verhaal van de 27-jarige X1 of, zoals ze werkelijk heet Regina Louf, was Dutroux maar een kleine jongen die als handlanger fungeerde van een goed georganiseerd netwerk van pedofielen. X1: ‘Dutroux was een accidentje. De werkelijkheid was veel erger, veel groter, veel gruwelijker’.
Humo en De Morgen presenteerden niet alleen het kale relaas van X1, maar bevalen het ook als een serieus te nemen getuigenis aan. Hoe anders kon X1 tijdens haar verhoor bij de politie de naam van een van Dutroux’s honden noemen? Die was alleen in kleine kring bekend. En hoe anders wist zij allerlei intieme details te vertellen over de moord op Christine van Hees en die op Katrien de Cuyper, zaken die zich respectievelijk in 1984 en 1991 afspeelden? X1 beweerde van beide moorden ooggetuige zijn geweest. Sterker nog: ze zou medeplichtig zijn. Over de moord op Christine van Hees zei ze: ‘Ze hebben Christine van Hees afgemaakt (..) Dutroux en Nihoul bonden haar op een speciale manier vast. Ik moest een mes in haar vagina steken (..). Uiteindelijk hebben ze haar verbrand.’ En over de moord op Katrien de Cuyper: ‘Ik vermoordde Katrien de Cuyper tijdens een seksfeest in een kasteeltje ten noorden van Antwerpen’. Zowel de politie-agenten die haar ondervroegen als de Belgische journalisten die haar interviewden waren onder de indruk van de stelligheid waarmee X1 haar verhaal bracht. De Morgen: ‘Ze twijfelt niet. Met een morbide gemak noemt ze namen van vroegere klasvriendinnen die haar verhaal ten dele kunnen bevestigen (en dat doen ze ook), geeft ze geheime adressen op van notabelen (ze kloppen), beschrijft ze interieurs (ze kloppen)’.
In haar contacten met politie en pers maakt X1 er geen geheim van dat ze aan een psychiatrische stoornis lijdt. Meer in het bijzonder: ze zou het Meervoudige-Persoonlijkheidssyndroom (mps) hebben. Maar dat past volgens sommige deskundigen weer perfect in het beeld van iemand die jarenlang seksueel misbruikt is. Een van die deskundigen is de Leuvense hoogleraar psychiatrie Karel Pyck, die X1 college laat geven aan zijn studenten.
Ook de Nederlandse pers besteedt in de eerste maanden van 1998 uitvoerig aandacht aan de getuigenis van X1. Zo neemt de Volkskrant het ‘ze-kloppen’-verhaal van De Morgen integraal over. En Sonja Barend interviewt X1 uitgebreid. In België is dan inmiddels een polemiek ontstaan tussen ‘gelovers’ en ‘niet-gelovers’, een polemiek die met name tussen de diverse kranten woedt. Het meest directe gevolg daarvan is dat X1 een lijvig nevendossier wordt in de zaak Dutroux. De Belgische justitie ziet zich door alle commotie gedwongen om op ruime schaal speurwerk te verrichten en het onderzoek in allerlei door X1 genoemde, maar onopgeloste zaken te heropenen.
Hoe het begon
Hoe kwam X1 bij de Belgische justitie terecht? Daarover is ze heel openhartig. Volgens X1 had ze aanvankelijk nauwelijks door hoe zwaar ze in haar jeugd was getraumatiseerd. Jarenlang verkeerde ze in de veronderstelling dat haar jeugd normaal was verlopen: ‘ik leek een perfect gelukkig kind’. Tot het moment dat X1, inmiddels bijna volwassen, iemand hoorde vertellen over de symptomen van kindermisbruik en zij zich realiseerde dat zij al die symptomen in ruime mate bezat. ‘Ik dook in de boeken om uit te zoeken wat me scheelde. In de Engelse literatuur vond ik Three Faces of Eve en When Rabbit Howls, toen de enige boeken over mps (..)’. X1 stelde zich vervolgens onder behandeling van een psychotherapeute: ‘Ze gaf me een test waaruit bleek dat ik inderdaad mps had. Toen kon ik eraan werken. Ik ben inmiddels bijna tien jaar in behandeling bij die therapeute. Ze heeft me enorm vooruit geholpen. Ik had ongeveer 169 alters met verschillende namen en leeftijden’.
Met hulp van haar psychotherapeute hervindt X1 haar jeugdherinneringen en ze ziet dan pas wat er allemaal is voorgevallen. Haar moeder en grootmoeder maakten deel uit van een crimineel netwerk dat vrouwen prostitueerde en vooraanstaande burgers chanteerde met kinderseks. Die kant ging het ook met X1 uit: ‘Voor je gebruikt wordt in zo’n netwerk, is er zoiets als een trainingsperiode: opleiding, conditionering. Zoals bij een hondje, hè: zitten, liggen, pootje geven. Wennen aan pijn (..). Ik was nog niet eens 1 jaar, en toch, als iemand met z’n vingers knipte, hield ik onmiddellijk op met huilen’.
Als in de zomer van 1996 de Belgische televisie de eerste beelden uitzendt van Dutroux’s arrestatie krijgt X1 een Aha-Erlebnis. Ze meldt zich bij onderzoeksrechter (rechter commissaris) Jean-Marc Connerotte die op dat moment de zaak Dutroux onder zijn beheer heeft. Connerotte sluist X1 door naar Patrick de Baets, een politieman die uit het fiscale opsporingswerk komt en die de financiële kanten van de Dutroux-zaak rechercheert. De Baets en zijn collega’s verhoren X1 langdurig. Ze worden echter door hun superieur Van Espen van het onderzoek ontheven omdat zij op een niet professionele wijze te werk zouden zijn gegaan bij het verhoren van X1. Het is in deze fase dat X1 naar de pers stapt en haar verhaal doet. Eerst anoniem, maar later met naam en toenaam, zodat ook bekend wordt wie haar ouders zijn.
Psychiatrisch onderzoek
Humo en De Morgen vrezen dat er sprake is van een doofpot-operatie. Uit het terzijde schuiven van De Baets en collega’s zou een ‘overdreven en verdacht krampachtig verlangen spreken om X1 over de hele lijn als mogelijke getuige ongeloofwaardig te maken’. De onderste steen moet boven, vinden beide bladen.
Inmiddels is X1 door een college van Leuvense psychiaters onderzocht. Deze experts komen in hun kort verslag tot de conclusie dat X1 aan mps lijdt en dat massief seksueel misbruik daarvoor verantwoordelijk is. Haar verklaringen dienen dan ook ‘zeer ernstig te worden genomen’, aldus de psychiaters. Wel maken ze enig voorbehoud bij de accuratesse van haar herinneringen. In heel voorzichtige bewoordingen leggen ze uit dat die mogelijk beïnvloed zijn door de lectuur van mps-boeken, door de jarenlange psychotherapie en door de intensieve gesprekken met rechercheur De Baets.
Het door de Leuvense psychiaters uitgebrachte ‘Deskundig Verslag van Getuige X1’ blijkt bij nadere beschouwing het werk van forensische amateurs. Het verslag doet het voorkomen alsof mps een courante diagnose is. Ook wekt het de indruk dat het tot het gevalideerde kennisbestand van de psychiatrie behoort om seksueel misbruik als oorzaak van mps te zien. In feite gaat het hier om een van de meest problematische uithoeken van de psychiatrie waar een vakinhoudelijke consensus totaal afwezig is. Het zou hoogst relevant zijn geweest om te weten of X1 tot het slag mensen behoort dat uitermate suggestibel is of dat neigt tot fantasterij (‘fantasy proneness’). Dat geldt des te meer omdat uit de literatuur bekend is dat de toch al discutabele diagnose mps nog al eens wordt aangetroffen bij suggestibele en fantasierijke personen.
Het verhoor
Het belangrijkste verwijt dat de Leuvense experts te maken valt is dat zij niet onmiddellijk de verhoorsessies van De Baets met X1 grondig onderzochten. Die verhoren werden op video vastgelegd en waren daarmee in principe toegankelijk voor nadere analyse. Dat ze zo’n analyse verdienen is inmiddels duidelijk. Het verhoor dat De Baets met X1 op 13 november 1996 had duurde bijvoorbeeld van 22.55 uur ‘s avonds tot 6.55 uur ’s morgens.
V Mijn collega zal de map doorbladeren en u zegt ja.
XI Niks, alstublieft, oh.
V We kunnen het samen doen.
X1 Het enige wat ik weet is dat ik vanaf vandaag zal moeten beginnen vechten met mijn persoonlijkheden. Ik kan het niet.
V Probeer het.
X1 Ik kan het niet.
V Laat iemand anders het proberen. Help ons (..).
V Doe een laatste inspanning en wijs ze aan.
X1 P10. Wat?
V Ik weet het niet. Wat hebt u gezegd?
X1 Heeft u het niet gehoord? P10. Mag ik nu naar huis?
Portret 10 is de verkeerde foto, maar toch schrijven De Baets en collega’s later in hun proces-verbaal dat X1 de goede foto herkende. X1, of beter haar alters, zouden bij het portret van Christine aanvankelijk ‘paniekerig’ hebben gereageerd. Er was in de optiek van De Baets derhalve sprake van, zeg maar, ‘non-verbale’ herkenning. Hoe het ook zij, de van huis uit fiscaal-rechercheur overtrad elementaire regels die bij het horen van getuigen in acht moeten worden genomen. Het verhoor van X1 was niet alleen onverantwoord lang, maar speelde zich ook ‘s nachts af. Bovendien toonde De Baets zich niet tevreden met foute of terughoudende antwoorden van X1. Vragen werden dan herhaald zodat X1 een nieuwe gok kon wagen. Verder overinterpreteerde hij het gedrag van X1: evident foute herkenningen werden goede herkenningen door selectief op het non-verbale gedrag van X1 te letten.
Maanden extra speurwerk van onderzoeksrechter Paule Somers naar de dwarsverbanden tussen X1, Christine van Hees en Dutroux laat weinig heel van de getuigeverklaringen van X1. Zo weet Somers de hand te leggen op de presentielijsten van de school die X1 bezocht ten tijde van moord op Christine van Hees. Daaruit blijkt dat X1 die dag gewoon in de schoolbanken zat. En het is al even droevig gesteld met X1’s verhaal over de moord op Katrien de Cuyper. Die moord situeert X1 8 maanden te vroeg in de tijd en bij haar beschrijving van het kasteel waar de moord zou hebben plaatsgevonden maakt ze kapitale fouten.
Blijft staan dat volgens de processen-verbaal van De Baets X1 een aantal zeer intieme details over in elk geval de moord op Christine wist te vertellen. Maar die processen-verbaal zijn nu zelf object van strafrechtelijk onderzoek geworden. En wel omdat men vermoedt dat De Baets en de zijnen X1 met die details hebben gevoed om zo haar getuigenis beter te laten uitkomen.
Dutroux en de pers
Exit X1 als betrouwbare getuige dus. Als de parketten van Antwerpen en Brussel echter eind april tijdens een persconferentie melden dat X1 is afgeschreven als getuige, wordt dat nieuws overschaduwd door artikelen over de ontsnapping van Dutroux. Een merkwaardige asymmetrie in de berichtgeving is het gevolg. Onthullingen over complotten van hooggeplaatste kindermoordenaars doen het nu eenmaal beter dan artikelen waarin dat soort primeurs weer worden afgeschoten. Niet vergeten mag worden dat de Dutroux-zaak voor de Belgische pers een ‘blessing in disguise’ is: er waren dagen bij dat alleen al in Wallonië onthullingen in de Dutroux-zaak 50.000 extra verkochte kranten opleverden. Heel wat keren bleken die onthullingen later pure verzinsels te zijn. Zo speelde zich precies een jaar voor de zaak X1 het drama rond de Belgische vice-premier Elio di Rupo af. Via de door onderzoeksrechter Connerotte geïnstalleerde ‘groene telefoonlijn’ meldde zich de 22-jarige Olivier Trusnach die pikante, maar ook zeer belastende verhalen wist te vertellen over het liefdesleven van de vice-premier. Di Rupo zou Trusnach hebben misbruikt toen hij, Trusnach, 15 was. Binnen de kortste keren portretteerde de pers Di Rupo als een pedofiel en eiste men zijn aftreden. Trusnach werd vervolgens ontmaskerd als een harde fantast die zich eerder al als baron en als consul van de Seychellen had uitgegeven.
In de jacht op primeurs speelt De Morgen een prominente rol. Binnen enkele weken naar de arrestatie van Dutroux in de zomer van 1996 kwam het blad met uitgebreide artikelen over satanisch ritueel misbruik. De Dutroux-zaak fungeerde daarbij als springplank voor bizarre verhalen over internationaal opererende satanbendes die zich te buiten zouden gaan aan kannibalisme, illegale abortussen en andere gruwelijkheden.
Notaris X
Opvallend is dat enkele hoofdrolspelers in die klucht oudgedienden zijn. Humo, De Morgen en professor Pyck figureren ook in de zaak van notaris X, een zaak die begon in 1983 met een ogenschijnlijk eenvoudige echtscheiding tussen notaris X en zijn vrouw. Daarbij krijgt de moeder de voogdij over de kinderen Wim en Jan, terwijl Notaris X bezoekrecht heeft. Kort na deze regeling dient de vrouw een aanklacht in wegens seksueel misbruik van Wim en Jan door hun vader. De aanklacht groeit in de loop der tijd. Uiteindelijk komt het erop neer dat Notaris X lid zou zijn van een Nazi-netwerk dat kinderen op rituele wijze maltraiteert. De plaats delict wordt in dit verband door Jan aangeduid als de ‘Salsa-Parilla’-kamer. Vele strafrechtelijke procedures tegen Notaris X volgen. Telkens wordt hij vrijgesproken; telkens ook ontneemt de rechtbank de moeder de voogdij en wijst die in het belang van de kinderen aan de vader toe. Dat de moeder evenzogoed doorgaat met het aanspannen van procedures en verspreiden van verhalen over satanisch ritueel misbruik waaraan haar ex-man zich schuldig zou maken houdt nauw verband met de hulp die zij krijgt van De Morgen en professor Pyck. De Belgische journalist Paul Koeck laat in zijn boek over de kwestie zien dat De Morgen aanzette tot een waar volksgericht, onder andere door een solidariteitsoproep te plaatsen van het ‘Komittee Wim en Jan’
En dan de bijdrage van professor Pyck. Hij benoemt zichzelf tot expert in de zaak en op verzoek van de moeder interviewt hij de destijds zesjarige Jan. Dat ging bijvoorbeeld zo:
P: Vroeger zijn er ook dingen gebeurd die minder prettig waren, eh?
J: Ja.
P: weet je dat nog?
J: Neen.
P: Zijt ge het al vergeten?
J: Ja.
P: Ja. Wat weet ge er nog van?
J: Niets.
P: Niets?
P: Ik denk niet dat je ze allemaal vergeten bent, die dingen van vroeger. Misschien wel iets dat je liever vergeet, eh?
J: Ik ben het allemaal vergeten.
P: Dat was toen gij met uw papa naar boven moest.
J: Ja.
P: Deed hij jullie dan pijn ook?
J: Ja. Bij mij heeft hij piet in de poep gestoken en dan hier gebokst (wijst op zijn zij) en piet in mijn mond ook.
Pyck raakt op grond van dergelijke interviews er ‘100 %’ van overtuigd dat de aanklacht van de moeder waar is en hij belt herhaaldelijk de politie om hen ertoe aan te sporen de ‘vluchtgevaarlijke’ Notaris X te arresteren. Maar het verhoren van kinderen is een kunst apart. Dat van Pyck heeft in elk geval grote verdienste voor de psychologische vakliteratuur omdat nergens in zo’n gecondenseerde vorm zoveel fouten zijn aan te treffen: ontkennende antwoorden worden niet geaccepteerd, vragen worden herhaald (zodat het kind het gevoel krijgt dat het een ander antwoord moet geven) en aan de lopende band worden suggestieve wenken gegeven. Het ‘piet in de poep’-verhaal van Jan duikt overigens telkens in stereotiepe vorm op als zijn moeder of een van haar sympathisanten hem onderhoudt over Notaris X. In de afwezigheid van zijn moeder en tegenover onafhankelijke experts herhaalt Jan voortdurend dat hij het verhaal op aandrang van zijn moeder vertelt, maar dat het natuurlijk niet waar is. Het raadsel van de Salsa-Parilla-kamer wordt ten slotte ook opgelost. Terwijl de moeder en professor Pyck peinzen over de satanische connotaties van het woord, blijkt het te komen uit Jans lectuur van De Smurfen en de Krwakakrwa.
Bob Talbert en Othello
De Morgen en professor Pyck trekken geen lering uit het debacle rond Notaris X, want in het geval van getuige X1 maken ze precies dezelfde blunders. Ook dan weer verspreiden ze op basis van slechte verhoren en in de totale afwezigheid van bewijsmateriaal complot-theorieën over satanische netwerken. De schade die daarmee wordt aangericht treft natuurlijk direct de beschuldigden: Notaris X, de ouders van getuige X1, maar ook hooggeplaatste Belgen die deel uit zouden maken van het netwerk. De sociaal-psychologische literatuur leert dat voor hen een volledige rehabilitatie er nooit meer inzit, simpelweg omdat het publiek weinig ontvankelijk is voor rectificaties. Sprekend in dit verband is het onderzoek waarin proefpersonen berichten te lezen krijgen over een fictief persoon, Bob Talbert, die bij nader inzien geen connecties blijkt te hebben met de maffia. Proefpersonen houden dan toch een uitermate slechte indruk over aan Bob Talbert.
De schade die wordt aangericht heeft ook een maatschappelijke dimensie. Wie lezers aanmoedigt om vooral te denken in complot-theorieën leert hen dat falsificaties niet bestaan en dat opponenten deel uitmaken van het netwerk. De paranoia wordt tot argument verheven. In die stijl van redeneren is ontbrekend bewijsmateriaal het gevolg van een doofpot-operatie, krijgen knulligheden in het opsporingswerk een diepere betekenis, en zijn hooggeplaatste magistraten die corrigerend ingrijpen medeplichtig. Kort en goed, complot-theorieën zijn altijd waar en dat verklaart ook hun charme. Het resultaat is een nooit meer weg te nemen wantrouwen ten opzichte van het justitie-apparaat. Dat ziet zich op haar beurt gedwongen om allerlei dwaalsporen te volgen en zo stagneert het voor de rechter brengen van echte criminelen als Dutroux.
Voor de psychologie is X1 een levendige illustratie van een aantal bekende fenomenen. Om te beginnen het verschijnsel dat bij elke opzienbarende misdaad er altijd wel mensen zijn die zich als getuige of dader bij de politie melden terwijl ze feitelijk niets met de zaak te maken hebben. In de jaren dertig werd dat verschijnsel voor het eerst goed beschreven in verband met de ontvoering van de Lindbergh-baby. Die zaak trok de aandacht van de media omdat het nu eenmaal ging om het leed van de volksheld Charles Lindbergh. Er waren niet minder dan 200 lieden die zich spontaan meldden als dader.
Veelal gaat het bij dit soort spontane bekentenissen om mensen die ofwel behoorlijk in de war zijn, ofwel een graantje willen meepikken van de publiciteit. Hun bekentenissen vallen dan ook snel door de mand. Anders wordt het als er sprake is van iemand die op gedecideerde toon een gedetailleerd verhaal vertelt met veel ‘omdats’ en ‘daaroms’. Dan kan een fenomeen optreden dat door cognitief psycholoog Palmarini het Othello-effect werd gedoopt