Welkom bij het eerste nummer van dit jaar.
Als de kleur van de nieuwe omslag u niet bevalt, hoeft u niet te treuren. De inhoud van dit themanummer zal u
meer dan tevreden stellen. Het gaat over forensische psychologie, een onderwerp waarmee we wat maatschappelijke
relevantie betreft bepaald goed voor de dag komen. De politiek zou trots op ons kunnen zijn, of misschien juist niet
omdat we te soft zijn. We zijn met zijn allen veel dank verschuldigd aan Corine de Ruiter en
Agnes Scholing, die de auteurs hebben gestimuleerd en hun teksten hebben geredigeerd. Kortom: zij
vormden de hardwerkende hoofdredactie voor dit nummer. In de eerste bijdrage, hun inleiding, stellen zij de auteurs
en hun bijdragen aan u voor. Daarover zal ik mij nu dus niet uitlaten. Wat dit nummer betreft beperk ik me tot het
uitspreken van onze dank voor het vele werk dat Corine en Agnes hebben verzet en de keuzes die ze hebben gemaakt.
Elk voordeel schijnt een nadeel te hebben. Ook hier gaat dit op. Agnes heeft zo hard gewerkt voor dit nummer
dat zij een allang gekoesterd voornemen nu abrupt in praktijk heeft gebracht. Zij heeft de redactie verlaten. Geen
tijd. De boefjes eisen haar te veel op. Jammer. Wij hebben lang gesmeekt, met steeds tijdelijk succes. Maar dit
nummer deed de deur dicht. Ik zal haar vreselijk missen. Niet alleen omdat zij zoveel werk op zo’n voortreffelijke
manier verrichtte, het was ook zo leuk om met haar samen te werken. Ik hoop dat we andere dingen kunnen verzinnen om
dat te blijven doen. Gelukkig zijn er ook nog cafés, sprak hij berustend…
We hebben er geen gras over laten groeien. We hebben voor Agnes een andere Agnes gevonden: Van Minnen. Zij
gaat Scholing opvolgen. Onaangename versprekingen zijn dus onmogelijk. Maar dat was natuurlijk niet de hoofdreden.
Agnes van Minnen kennen wij reeds lang. Het was al geruime tijd een sterk gekoesterde wens van
sommige redactieleden om haar over te halen ons te gaan versterken. Zij werkt in de vakgroep klinische psychologie
in Nijmegen, heeft veel ervaring en grote klinische vaardigheden in de – hoe kan het anders tegenwoordig? –
cognitieve-gedragstherapie. Dit paart zij aan een grote onderzoeksbekwaamheid. Over beide kan zij vreselijk goed
vertellen en schrijven. Ideaal voor ons.
Toen Dth in 1980 begon, waren er maar liefs vier psychiaters in het gezelschap van zeven redactieleden. Nadat
Kees Hoogduin en Anne Speckens de redactie hadden verlaten, bezaten wij opeens geen enkele psychiater meer. Dit
vonden wij vervelend. Er zijn toch terreinen waar zij meer verstand van hebben dan psychologen. Even slikken om dit
toe te geven, maar alla. We zijn niet over één nacht ijs gegaan bij het invullen van deze vacature. Dit heeft een
uitstekende keus opgeleverd: Ad Kaasenbrood, werkzaam bij de Gelderse Roos in Wolfheze. Daarnaast is
hij redacteur van een licht concurrerend tijdschrift: Psychopraxis. Wij, hij en onze gemeenschappelijke uitgever
vonden dit geen bezwaar. In de praktijk is hij sterk geïnteresseerd in wat hij ‘hinderende hulpeisers’ noemt. De
gelijkenis met onze ‘moeilijke mensen’ van weleer is treffend. Ook hierin voorziet hij in een lacune. En tot
overmaat van alle positieve kanten: hij heeft verstand van onderzoek. U begrijpt dat wij erg tevreden zijn. En dat
wij Agnes en Ad van harte welkom heten.
Er zijn nog meer veranderingen. De redactieraad is enigszins van samenstelling veranderd. Enkele leden die de
komende jaren weinig tijd hebben om manuscripten voor ons te reviewen, maken geen deel meer uit van de raad. Wij
danken Rob van den Bosch, Paul Emmelkamp, Walter Evereard, Maureen
Luyens, Paul Schnabel
en
Fons Vansteenwegen voor hun jarenlange steun. Wij hebben Jan van den Bout, Corine de
Ruiter, Mark van der Gaag, Annette Heffels, Giel Hutschemaekers,
Erwin van Meekeren en Berend Terluin bereid gevonden de leemte op te vullen. Van harte
dank en welkom.