Lambert, Michael J. (Ed.) (2004), Bergin and Garfield’s Handbook of Psychotherapy and Behavioral Change (fifth edition). New York: Wiley. 854 pagina’s; prijs: € 72,-
In 1971 verscheen het eerste Handbook of Psychotherapy and Behavioral Change, onder redactie van de toen al niet meer piepjonge Allen Bergin en Sol Garfield. Zelf kwam ik pas in 1978 in aanraking met dit standaardwerk, bij de tweede editie. Vanaf die tijd heb ik ze allemaal verzameld. Het waren behoorlijke investeringen want goedkoop zijn ze nooit geweest. Maar ze waren het geld waard. De opzet was steeds dezelfde. Gerenommeerde auteurs (meestal onderzoekers met ook klinische ervaring) werden uitgenodigd om een overzicht van de stand van zaken op hun gebied te geven, waarbij zowel principes en technieken als onderzoek aan bod moesten komen. De term ‘evidence based’ werd in het begin nog niet gebruikt. Maar het principe speelde vanaf het begin een rol. De auteurs werden steeds met zorg uitgekozen en hun bijdragen werden met zorg door de redacteuren begeleid. Allen Bergin heb ik nooit ontmoet, Sol Garfield wel. Een wijs mens, met een brede belangstelling. De integratie van theorie, onderzoek en praktijk maakte hij met overtuiging waar. Hij vertelde hierover tijdens het allereerste Dth-jubileumcongres (in 1985) waar hij als keynote speaker optrad en zich als vriend van de directieve therapie ontpopte.
Michael Lambert is verbonden aan de Brigham Young University in Provo, Utah. Dat is de Mormoonse universiteit. Wie denkt dat daar geen serieuze wetenschap wordt bedreven, heeft het mis. Ik heb er eenmaal een gastcollege mogen geven en was onder de indruk van de studenten en de staf. Veel van Lamberts werk gaat over therapeutische relaties en is van hoge kwaliteit. De hoofdstukken in dit boek waarvan hij de eerste auteur is, getuigen daar ook van. Niettemin: hoe vervang je mensen als Bergin en Garfield bij het maken van een nieuw handboek? Hoe krijg je het grote publiek zover om dit boek opnieuw te kopen als niet de oude coryfeeën garant staan voor de kwaliteit? Oplossing: je maakt de nieuwe man de redacteur en je neemt de coryfeeën op in de titel van het boek. Niemand zal aarzelen om het boek opnieuw te kopen, zelfs al hebben de oude toppers er niet zoveel aan gedaan. Het maakt meteen duidelijk dat de grondslag voor dit boek ligt in de manier waarop Bergin en Garfield decennia lang het Handbook hebben vormgegeven. Bovendien is het een terechte hulde voor al het werk dat zij in het verleden hebben verricht.
Zijn we nu bedrogen? Is deze editie van minder kwaliteit? Zeer zeker niet. Bergin and Garfield’s Handbook of Psychotherapy and Behavioral Change is ook weer een prachtig boek geworden. Ik heb niet alle edities naast elkaar gelegd, maar ik durf te beweren dat de laatste uitgave minstens zo goed is als de vorige, en die was al bijzonder. Lambert heeft een mooie selectie gemaakt en de auteurs hebben zich er bepaald niet makkelijk van afgemaakt. De focus van het boek ligt opnieuw op empirie met veel gerandomiseerde vergelijkende studies, maar er is ook veel dat juist de betrekkelijkheid van een al te rigide nadruk op deze studies illustreert.
Ik ga niet alle auteurs en alle hoofdstukken noemen; wel de opbouw bespreken en hier en daar iets apart belichten. Deel 1 is algemeen: een historisch overzicht door de editor, samen met Bergin en Garfield. Goed om te lezen. De andere drie hoofdstukken van dit deel gaan over methodologische aspecten (zoals van Philip Kendall), theoretische overwegingen, en de methodologie van procesonderzoek.
De vier hoofdstukken van deel 2 zijn ook nog vrij algemeen, met onder andere een beschouwing over het verschil tussen ‘efficacy’ en ‘effectiveness’. Voor de gemiddelde lezer is dit onderwerp niet relevant, voor onderzoekers wel. In dit deel was ik gecharmeerd van het hoofdstuk over therapeutvariabelen (Larry Beutler en anderen). De grote hoeveelheid studies suggereert dat er maar weinig ‘harde’ algemene therapeutvariabelen bestaan die voor succes in behandelingen doorslaggevend zijn. Dat er geen verschil is tussen mannelijke en vrouwelijke therapeuten is niet opzienbarend en waarschijnlijk geruststellend. Maar dat leeftijd en training er ook niet veel toe blijken te doen is toch altijd weer verbazingwekkend. Bij de behandeling van posttraumatische stress presteren langdurig opgeleide professionals in diverse studies zelfs minder dan behandelaars met nog maar weinig opleiding. Zou het niet mooi zijn als degenen die ellenlange opleidingen verzinnen iets met deze gegevens gaan doen? Temeer daar bejegeningfactoren als hoffelijkheid en self-disclosure wel goede voorspellers van succes zijn.
Deel 3 gaat over drie belangrijke stromingen in de hedendaagse psychotherapie. In een helder veelomvattend overzicht bespreekt Paul Emmelkamp de gedragstherapie (exposure, flooding, zelfcontrole, sociale-vaardigheidstraining). Hij richt zich hierbij op angststoornissen, seksuele problematiek, verslaving en schizofrenie. Steve Hollon en Aaron Beck beschrijven de cognitieve (-gedrags)therapie. Het onderscheid daartussen en de ‘pure’ gedragstherapie in het hoofdstuk daarvoor vind ik wat ouderwets. Misschien was het beter geweest deze twee hoofdstukken in een superhoofdstuk samen te voegen. Elliot, Greenberg en Lietaer gaan in op de Emotion Focused Therapy. Die komt voort uit de hechtingstheorie en de Gestalttherapie. In tegenstelling tot vroeger is er nu ook veel onderzoek naar deze ervaringsgerichte aanpak. De effecten liegen er niet om; in veel gevallen groter dan voor cognitieve gedragstherapie. Dit geldt ook voor de Emotion Focused Couple Therapy. Deze vorm van relatietherapie lijkt grotere effecten te sorteren dan wat vroeger de standaard was: gedragsrelatietherapie.
Deel 4 bevat zeven hoofdstukken, over verschillende settings en onderwerpen. Het hoofdstuk van Alan Kazdin over kinderen verdient aandacht. Hij laat duidelijk het belang van een pragmatische opstelling zien. De focus van de aanmelding zal bepalen of men zich vooral richt op het kind, op oudertraining of hoe de ouders met elkaar en de rest van het gezin omgaan. Hij gaat apart in op verschillende klachtgebieden: gedragsstoornissen, delinquentie en angsten van kinderen. Ik zou mezelf verloochenen als ik het hoofdstuk over ‘functional family therapy’ (Alexander) niet apart zou noemen. Het geeft een heldere beschrijving van deze breed georiënteerde aanpak in de gezinstherapie, een benadering waar ik me al jaren sterk voor maak. Anders dan vroeger is er inmiddels veel onderzoek dat de positieve resultaten hiervan onderstreept. Dit deel sluit af met een overzicht en beschouwing van de trends, geschreven door de auteurs die ook de inleiding hebben geschreven.
Bergin and Garfield’s Handbook of Psychotherapy and Behavioral Change is geen boek om te gaan lezen. Dat wil zeggen, niet op pagina 1 beginnen en zien waar je ophoudt. Het is een naslagwerk dat je gaat gebruiken als je je in een bepaald onderwerp verdiept. Dat geldt zowel voor behandelaars als voor onderzoekers. Ik kan het van harte aanbevelen.