Welkom bij nummer één van het jaar 2004. Wat gaat het toch hard.
We hebben goede voornemens: in de nabije toekomst willen we een nieuwe rubriek starten. Die moet `Misverstanden’ gaan heten. Hierin komt ruimte voor de lezers en de redactie om onvrede te ventileren over ideeën die gekoesterd worden, maar weinig raakvlak hebben met de werkelijkheid inzake psychologische hulp. Beschouwt u dit als een primer, we gaan er niet nu al mee starten.
Dan het nummer. We beginnen met een echt Dth-artikel. Michel Reinders, Marc Hermans en Walter Arts trakteren ons op nuttige wenken over de manier waarop we mensen van obsessies kunnen afhelpen. Hierbij baseren ze zich (uiteraard) op cognitieve theorieën. Niet de obsessieve intrusieve gedachten zijn het probleem, maar de uitleg die men eraan geeft. Zij geven vele voorbeelden die illustreren hoe dat in elkaar zit. Ook de talloze tips voor de behandeling worden met voorbeelden duidelijk gemaakt.
Kinderen van psychiatrische ouders (kopp-kinderen) lopen verhoogd risico. Hieraan wordt op allerlei fronten aandacht geschonken. Een jaar geleden had ik het genoegen een symposium voor te zitten dat helemaal hieraan was gewijd. Ik was onder de indruk van de inventiviteit en het enthousiasme van de presenterende deskundigen. Eén aanpak is om de ouders (meestal moeder) te helpen met video hometraining. Ellen Siegert en Janny Verheijke laten zien hoe deze methode werkt, en hoe zij deze in hun Groningse project uitvoeren. Hulpverleners bezoeken de ouders thuis en stimuleren hen tot een positieve interactie met hun baby. De hulpverlener doet bepaald gedrag voor. Daarna oefenen de cliënten. Dit wordt op video opgenomen en samen bekeken. Er zijn nog geen harde cijfers over de effectiviteit, hopelijk komen die binnenkort.
Over onze behandelingen via het internet hebben we u al vaker geïnformeerd. Alfred Lange, Jean-Pierre van de Ven, Bart Schrieken en Paul Emmelkamp vallen u opnieuw lastig. Het is echter de moeite waard. Het gaat om een grote studie onder mensen met posttraumatische stress. De behandelelementen komen aan bod, maar ook de (langetermijn)effecten, de subjectieve evaluaties van de deelnemers en voor welke groepen de behandeling het meest geschik is.
Vele jaren geleden schreef ons huidige redactielid Kees Korrelboom een prachtig artikel in Dth over praten met de duivel. Hij hielp een psychotische man van zijn wanen af door niet met hem in discussie te gaan over de influisteringen van de duivel, maar hem met die duivel in gesprek te brengen. Een klein meesterwerk was het. Zijn aanpak zien we terug in het artikel van Corstens en Romme. Zij beschrijven wat ze noemen de `voice dialogue’, een manier om mensen die stemmen horen die er niet zijn, met die stemmen in contact te brengen, ernaar te luisteren en zich er niet tegen te verzetten. Hierdoor krijgen ze meer greep, worden minder bang en minder gespannen en wie weet nemen de stemmen wel af. In eerste instantie waren de meningen over het manuscript verdeeld, niet door de inhoud maar door de vorm. Nadat Martin Appelo er met de voor hem gebruikelijke energie `overheen’ was gegaan, konden wij het echter blijmoedig en tevreden opnemen. De auteurs mogen hem dankbaar zijn.
Francis De Groot stuurde ons een fabel: `De boer en de koe’. De opdracht luidde: lees en interpreteer de boodschap. Dit deden we. Iedereen zag er iets anders in, maar mooi was het wel. Dit kleine juweel wilden we u niet onthouden. We zijn benieuwd naar uw interpretaties.
We eindigen met enkele recensies.
Alfred Lange