DT-28-02-146.pdf 491.29 KB 444 downloads
De behandeling van een man die van zichzelf vervreemd was ...Samenvatting
In deze notitie wordt de behandeling beschreven van een man met een depersonalisatiestoornis. Vanwege de gelijkenis tussen een depersonalisatiestoornis en een angststoornis, in dit geval een paniekstoornis, is de patiënt behandeld met een aangepast cognitief-gedragstherapeutisch behandelprogramma, dat oorspronkelijk bedoeld is voor de behandeling van een paniekstoornis. De behandeling verliep succesvol, en de patiënt is na afloop van de behandeling klachtenvrij.
In this article, the treatment of a patient with depersonalisation disorder is described. Depersonalisation disorder has significant commonalities with anxiety disorders, in this case panic disorder. Therefore, the patient was treated with an adapted version of a cognitive behavioral treatment program, originally aimed at the treatment of panic disorder. The treatment was successful, and at the end of the treatment, the patient was symptom-free.
Referenties
American Psychiatric Association (APA) (1994). Diagnostic and Statistical Manual of mental disorders, Fourth Edition. Washington, DC: American Psychiatric Association.
Arrindell, W.A. & Ettema, J.H.M. (1986). SCL-90: Handleiding bij een multidimensionele psychopathologie-indicator. Lisse: Swets & Zeitlinger.
Bernstein-Carlson, E.B. & Putnam, F.W. (1986). Development, reliability, and validity of a dissociation scale. Journal of Nervous and Mental Disease, 174, 727–735.
Boon, S. & Draijer, N. (1994). Gestructureerd Klinisch Interview voor de vaststelling van DSM IV Dissociatieve Stoornissen. Lisse: Swets & Zeitlinger.
Chambless, D.L., Caputo, G.C., Bright, P., & Gallagher, R. (1984). Assessment of fear in agoraphobics: The Body Sensations Questionnaire and the Agoraphobic Cognitions Questionnaire. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 52, 1090-1097.
Chambless, D.L., Caputo, G.C., Jasin, S. E., Gracely, E.J., & Williams, C. (1985). The Mobility Inventory for agoraphobia. Behaviour Research and Therapy, 23, 35-44.
Foote, B., Smolin, Y., Kaplan, M., Legatt, M.E., & Lipschitz, D. (2006). Prevalence of dissociative disorders in psychiatric outpatients. American Journal of Psychiatry, 163, 623-629.
Haan, E. de & Hoogduin, K. (1984). Een adolescent met depersonalisatie-aanvallen na een traumatische seksuele ervaring. Directieve therapie bij kinderen en adolescenten, Hoogduin, K. & E. de Haan (red.), pp. 278-283. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
Hunter, E.C.M., Baker, D., Phillips, M.L., Sierra, M., & David, A.S. (2005). Cognitive-behaviour therapy for depersonalisation disorder: an open study. Behaviour Research and Therapy, 43, 1121-1130.
Hunter, E.C.M., Phillips, M.L., Chalder, T., Sierra, M., & David, A.S. (2003). Depersonalisation disorder: a cognitive-behavioural conceptualisation. Behaviour Research and Therapy, 41, 1451-1467.
Kampman, M., Keijsers, G.P.J., & Hendriks, G.J. (2004). Protocollaire behandeling van patiënten met een paniekstoornis met of zonder agorafobie. In: G.P.J. Keijsers, C.A.L. Hoogduin, & A. van Minnen (red.), Protocollaire behandelingen in de ambulante geestelijke gezondheidszorg. Houten/Diegem, Bohn Stafleu van Loghum.
Phillips, M.L., Sierra, M., Hunter, E.C.M., Lambert, M.V., Medford, N., Senior, C., & David, A.S. (2001). Service innovations; a depersonalisation research unit progress report. Psychiatric Bulletin, 25, 105-108.
Ross, C.A., Duffy, C.M.M., & Ellason, J.W. (2002). Prevalence, reliability and validity of dissociative disorders in an inpatient setting. Journal of Trauma and Dissociation, 3, 7-17.
Simeon, D., Guralnik, O., Schmeidler, J., & Knutelska, M. (2004). Fluoxetine therapy in depersonalisation disorder: a randomised controlled trial. British Journal of Psychiatry, 185, 31-36.
Simeon, D., Knutelska, M., Nelson, D., & Guralnik, O. (2003). Feeling unreal: A depersonalization disorder update of 117 cases. Journal of Clinical Psychiatry, 64, 990-997.