DT-33-3-9.pdf 1.03 MB 388 downloads
Metacognitieve groepstherapie voor gegeneraliseerde angststoornis ...Waarom dit onderzoek?
Metacognitieve therapie (MCT) voor de gegeneraliseerde angststoornis (GAS) richt zich op de opvattingen die patiënten over hun gepieker hebben, in plaats van op de inhoud van het gepieker. Uit verschillende studies is gebleken dat deze behandeling werkzaam is. Niet bekend is of de behandeling ook werkzaam is als hij in een groepsformat aangeboden wordt. In deze open studie is nagegaan of metacognitieve groepstherapie (MCGT) leidt tot afname van GAS-klachten, en zo ja, of de effecten vergelijkbaar zijn met de resultaten van individuele MCT (van der Heiden, Melchior & de Stigter, 2013).
Onderzoeksvraag
Leidt MCGT tot significante afname van angst en piekeren, de kernsymptomen van GAS?
Hoe werd dit onderzocht?
33 patiënten met GAS, die voor behandeling werden verwezen naar de afdeling Angst van PsyQ, kregen MCGT aangeboden, bestaande uit 14 wekelijkse sessies van anderhalf uur. De groepen bestonden uit 10 tot 13 patiënten. De groepsbehandeling was gebaseerd op de individuele variant, en bestond uit uitleg van de rationale, casusconceptualisatie, opsporen en onderzoeken van eerst negatieve opvattingen en vervolgens positieve opvattingen over piekeren met behulp van gedachteschema’s en gedragsexperimenten, en aanleren van alternatieve manieren om met problemen om te gaan en op negatieve gedachten te reageren (van der Heiden, 2009).
Belangrijkste resultaten
MCGT leidt tot significante afname van zowel angst als piekeren. De effect sizes zijn groot (piekeren: 1.86; angst: 1.23), maar aanzienlijk lager dan de effect sizes zoals gerapporteerd in een effectstudie naar individuele MCT uitgevoerd door dezelfde onderzoeksgroep (piekeren: 2.39; angst: 2.01; van der Heiden, Muris & van der Molen, 2012). Het percentage patiënten dat op een piekermaat als hersteld aangemerkt kan worden is vergelijkbaar met de resultaten van individuele MCT voor GAS (71 versus 72%), maar het herstelpercentage op de angstmaat blijft daarbij achter (47 versus 68%). Bovendien is het percentage patiënten dat de behandeling niet afmaakt (27%) aanzienlijk hoger dan individueel aangeboden MCT (18%).
Consequenties voor de praktijk
Hoewel er aan één ongecontroleerd onderzoek geen definitieve conclusies verbonden mogen worden, lijkt het vooralsnog aan te bevelen MCT individueel aan te bieden aan patiënten met GAS.
Referenties
van der Heiden, C. (2009). Behandelprotocol metacognitieve therapie voor gegeneraliseerde angststoornis (Therapeuten- en patiëntenboek, inclusief dvd). Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum.
van der Heiden, C., Melchior, K., & de Stigter, E. (2013). The effectiveness of group metacognitive therapy for generalised anxiety disorder: A pilot study. Journal of Contemporary Psychotherapy, doi 10.1007/s10879-013-9235-y.
van der Heiden, C., Muris, P. & van der Molen, H.T. (2012) Effectiveness of cognitive therapy for generalized anxiety disorder: A randomized controlled trial comparing metacognitive therapy and intolerance-of-uncertainty therapy. Behaviour Research and Therapy, 50, 100-109.