Het boek Trauma en veerkracht wil blijkens de tekst op de achterflap een praktijkboek zijn dat praktische handvatten biedt voor diverse hulpverleners in onder meer de ggz. De auteur, Luuc Smit, geeft aan in het boek eerstelijnshulpverleners te willen informeren over wat zij kunnen doen en op welke wijze ze kunnen aansluiten op de veerkracht van mensen. Hij heeft ruim 35jaar ervaring in de traumahulpverlening. Daarnaast blijkt uit de opdracht die hij schreef voor het boek dat hij een nabestaande is van Holocaustslachtoffers.
Trauma en veerkracht is een beknopt boek van slechts 144 pagina’s. Het bevat een bijlage over stress en geheugen, geschreven door dr. Anda van Stegeren, en een voorwoord door de onlangs overleden emeritus hoogleraar Wim Wolters.
In het boek komen tal van onderwerpen rond trauma aan de orde, waaronder de illusie van onkwetsbaarheid, de beroepshouding van de hulpverlening, trauma-infectie en posttraumatische groei. Ook is er aandacht voor verschillende soorten ingrijpende gebeurtenissen en hoe begeleidingsgesprekken kunnen worden vormgegeven. De combinatie van een veelheid aan onderwerpen en het beknopte aantal pagina’s komt het boek naar mijn mening niet ten goede.
Er staan in het boek tal van zinnige opmerkingen. Ik noem er een paar. De auteur schrijft mooi over onder meer het begrip ’trauma’ en de inflatie ervan, en de behoefte aan binding na een ingrijpende gebeurtenis. Ook is er een prachtige reflectie van de auteur op de dood en hoe we lijken af te glijden naar een niet-realistische wereld, waarin een explosie van sociale media plaatsvindt. We hebben geen tijd en aandacht meer om bij nabestaanden langs te gaan, maar voelen ons wel geraakt door de dood van mensen die ver van ons persoonlijke leven staan. De auteur beschrijft ook heel mooi het fenomeen blaming the victim, wanneer we geconfronteerd worden met de illusie van onkwetsbaarheid. Verder schenkt hij aandacht aan de zorgelijke ontwikkeling dat steeds vaker, ook bij wat minder heftige gebeurtenissen, mensen bijna gedwongen bijeenkomen in aanwezigheid van gespecialiseerde hulpverlening. Dit impliceert dat mensen niet in staat zouden zijn dergelijke ervaringen te verwerken, wat over het algemeen niet waar is. Dit lijkt niet vaak genoeg herhaald te kunnen worden.
Ik vind het spijtig dat deze stukken wat ondergesneeuwd raken door onderwerpen als de vorm van een kennismakingsgesprek, waarin basale gespreksvaardigheden aan de orde komen. In het hoofdstuk over begeleidingsgesprekken ervaar ik de auteur sowieso als wat stellig, terwijl ik diverse malen de wetenschappelijke onderbouwing mis. Daarnaast komen sommige onderwerpen uitgebreid aan de orde, terwijl andere slechts zijdelings besproken worden, wat in mijn ogen de leesbaarheid van het boek niet ten goede komt. Zo wordt in het hoofdstuk over ingrijpende gebeurtenissen een mix aan gebeurtenissen beschreven, sommige gedetailleerd, andere meer globaal. Ook is daar een subhoofdstuk over rouwen en verschillende rouwtaken in opgenomen. De gedachte hierachter is mij niet duidelijk, aangezien het hoofdstuk over ingrijpende gebeurtenissen gaat. Dat rouw daar het gevolg van kan zijn, wordt onvoldoende belicht. In het hoofdstuk beroepshouding voor de hulpverlening komt naast empathie het onderwerp overdracht en tegenoverdracht kort aan bod. Terwijl bij overdracht een situatieschets wordt beschreven, ontbreekt die bij tegenoverdracht. Het hoofdstuk roept wat mij betreft meer vragen op dan het beantwoordt. Uiteindelijk is het voor mij dan ook onduidelijk voor welke doelgroep dit boek nu echt geschikt is. En dat is zeer spijtig.